Ik had al maanden een afgeschreven tillift in de berging staan. Het kreng stond enorm in de weg, maar toch kon ik het niet over mijn hart verkrijgen om ‘em weg te doen; hij werkte namelijk nog prima. Melle bedacht gisteren op weg naar huis dat de Bulgaren (zie vorige blog) er misschien iets aan zouden hebben.
En dus belde ik ze. Een paar uur daarna stonden ze op de stoep: in een oud, roestig busje met daarin twintig afgeschreven beademingsapparaten. Die hadden ze gekregen via de VSN – de reden van hun bezoek aan Nederland.
De Bulgaren hadden nog nooit een aangepast huis gezien. Met fototoestellen gewapend bewonderden ze de elektrische deuren, mijn Lucy-toestenbord, de in hoogte verstelbare douchebrancard, het op rolstoelhoogte gemonteerde aanrecht en ten slotte de tillift, die wij via de tolk uitgebreid demonstreerden – mijn afgeschreven tillift wordt de eerste tillift in Bulgarije. Ik heb ze dus ook gelijk vier niet lekker zittende tilbanden meegegeven, als voorbeeld voor iets beters; de banden zijn zozeer op mijn lijf aangepast dat iemand anders er onmogelijk in past.
Hoewel de Bulgaren erg blij waren met de demonstratie van al die hulpmiddelen, oogste mijn kat Gábor nog wel de meeste bewondering. Gábor is een Maine Coon met lange manen en een woeste blik. En hij speelde zijn rol goed: hij poseerde statig in de vensterbank terwijl de Bulgaren de ene foto van hem na de andere schoten. Hoogtepunt van de middag was dat Gábor ontsnapte uit de reismand toen Melle met hem naar de dierenarts ging. Gierend van de lach bleven ze flitsen, zo prachtig vonden ze hem.
Ik schat mijn leven opeens een stuk meer op waarde, niet alleen vanwege de rolstoel en tillift, ook vanwege de kat.