Gehandicaptenvervoer op/onder maat

Om 15.30 uur zitten we netjes klaar, Renske en ik. Oma wordt vandaag 88 en we gaan een hapje eten met de hele familie. Hoewel we er pas om 17.30 uur hoeven zijn, heb ik het zekere voor het onzekere genomen en al om 15.45 uur een taxi besteld. Ze komen immers vaak te laat.

Het is 16.15 uur. Nog geen taxi te zien. Ik bel Valys:
"Is de taxi al onderweg?"
[… de taxicentrale wordt gebeld…]
"Hij komt eraan. Er was even wat moeite met het vastzetten van een rolstoel."

Een kwartier later staat de taxi voor de deur. Als ik het huis uit rijd, staat er een scootmobiel voor de taxi, in de stromende regen. De eigenaar zit op een taxistoel. Renske neemt naast hem plaats. Als de chauffeur mijn rolstoel wil vastzetten, vraag ik hem of hij niet beter eerst de scootmobiel binnen kan zetten. Zo wordt hij nat; er kan wel kortsluiting ontstaan.
"Nee," zegt de chauffeur kortaf. Hij neemt de tijd om mijn rolstoel vast te zetten. De gordel doet pijn onder mijn elleboog, maar hij heeft geen andere en ik mag mijn eigen gordel niet gebruiken. Dat is strafbaar. Ik vraag hem of hij aan de taxicentrale wil vragen of ze kunnen zorgen voor een verlengstuk.
"Weet je wel hoeveel deze gordel heeft gekost?" is zijn antwoord.

De chauffeur rijdt de scootmobiel binnen. Hij zit niet op de zitting, maar staat rechtop op de voetsteun. "Anders word ik zeiknat," moppert hij. Er staat een twee centimeter diepe laag water in de stoel. Ik zeg dat die meneer van wie de scootmobiel is, er niet op kan staan en dat hij straks dus wel zeiknat wordt. En ik vraag de man van de scootmobiel of we nog even een handdoek moeten pakken. Dat hoeft niet, zegt hij; hij gebruikt zijn mouw wel.

Als we rijden begint onze medepassagier te mopperen: "Hij was net ook al zo nors hoor. Ik mocht niet eens deze doos op de bank zetten."

Hierop reageert de taxichauffeur fel: "Het is MIJN bus en daar ben ik verantwoordelijk voor, dus IK bepaal hier wat er gebeurt. Er komen geen dozen op de bank."

Passagier: "Nou, dan rijd ik voortaan mijn eigen scootmobiel in en uit de bus. Het is MIJN scootmobiel en IK ben er verantwoordelijk voor, dus IK bepaal wat ermee gebeurt. U bent gewoon heel klantonvriendelijk."

Taxichauffeur: "Zeg zeg, als u praatjes krijgt, stapt u maar uit. Ik zet u er zo uit."

Passagier: "Zet mij er maar uit. Dan dien ik wel een klacht in. Mijn scootmobiel is zeiknat en u doet niets anders dan mopperen. Waar is trouwens uw identiteitspas? U bent verplicht een pas neer te zetten, zodat wij weten wie ons rijdt."

Taxichauffeur: "U denkt toch zeker niet dat ik mijn naam aan u geef?"

Passagier: "Nou, dan bel ik de politie en dan zullen we wel eens zien of u nog steeds zoveel noten op zang heeft." Hij trekt zijn telefoon uit zijn zak en toetst: 1…1…. Renske probeert de boel te sussen:
"Jongens, moet dat nou allemaal op de vrijdagmiddag? Kom op joh, dan kost het nog meer tijd. Wij moeten op tijd in Almere zijn." De man naast haar kijkt beteuterd en steekt zijn telefoon terug in zijn broekzak.

We komen aan in Amersfoort. Het is inmiddels 17.40 uur. Half zes halen we dus niet meer. Ik pak mijn telefoon en bel mijn tante, die het etentje organiseert. "Wij zijn wat later. We zijn net in Amersfoort aangekomen. Nu moeten we nog een passagier afzetten en dan komen we eraan. Begin anders maar vast met eten."

"U bent ook veel te ver omgereden," klinkt het naast Renske. Onze medepassagier blijkt taxichauffeur geweest te zijn. Hij kent de weg hier goed, zegt hij. Hij is zijn woede kennelijk vergeten en besluit de chauffeur een handje te helpen. "Dan gaat u op het eind links en dan de tweede rechts," zegt hij, "en daarna kunt u zo de snelweg oprijden naar Almere."

We zijn aangekomen bij het huis van de man met de doos. Niet hij, maar de chauffeur rijdt zijn scootmobiel naar buiten. Onderwijl fluistert hij tegen mij: "Die man heeft dus duidelijk een hersenbeschadiging. Ik had het eerst niet door, maar ik had het moeten herkennen. Nu snapt u dus waarom ik hem op een gegeven moment negeerde." Ik vind dat de passagier gelijk had, maar zeg niks.

Als de man en zijn scootmobiel binnen zijn, moeten we nog een half uurtje. Dat geeft TomTom aan en ik vertrouw blindelings op TomTom. Maar de chauffeur draait de bus en rijdt volstrekt de andere kant op dan zijn navigatiesysteem aangeeft.
"Keer om, keer om," geeft de vrouwenstem aan. De chauffeur blijft stug doorrijden. Hij weet een betere weg, beweert hij. "Keer om," probeert TomTom nog een keer. Tevergeefs.

Om 18.40 uur komen we aan bij oma. Ze hebben op ons gewacht. Oma zit verhongerd in haar rolstoel, want normaal eet ze om 17.00 uur. Zo te zien is ze eigenlijk aan haar bed toe, maar we gaan aan tafel. Het ergste van alles is dat dit soort situaties eerder regel dan uitzondering zijn. Mensen met een handicap worden kennelijk nog steeds niet als klant gezien, maar zijn overgeleverd aan de aanbestedingskeuzes van Valys of de gemeente. En die kijken vooral naar prijs en niet naar kwaliteit. Wanneer komt de tijd dat ik gewoon van AL het openbaar vervoer gebruik kan maken zonder op een tochtig balkon te hoeven zitten en zonder drie uur van te voren te reserveren?

Eén antwoord op “Gehandicaptenvervoer op/onder maat”

  1. Ik ben het met je eens: Het gesubsidieerde taxivervoer van gehandicapten en ouderen is in veel gevallen beneden een acceptabel nivo. Ik ben taxichauffeur in Leiden en wordt hier dagelijks mee geconfronteerd. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit ligt echter uitsluitend bij de leiding van het vervoersbedrijf en de overheid die de contracten gunt. Aan deze “kwaliteit” moet inderdaad iets gedaan worden. In Leiden zal ik me hiervoor inzetten. Het is jammer dat je een horkerige taxichauffeur hebt getroffen. Dit is pech². De meeste chauffeurs zijn, ondanks hun idioot lage loon en de hoge werkdruk, behulpzaam en vriendelijk. Zij hebben plezier in hun werk en in de omgang met hun klanten.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *