Het gaat door: Melle en ik gaan van 7 t/m 14/15 oktober naar New York! De vlucht is al geboekt. Dat was geen probleem: na wat heen en weer bellen en mailen bevestigde cheaptickets.nl woensdag de vlucht (inclusief de garantie dat de rolstoel mee mag).
Gelijk belde ik mijn ouders en een goede vriendin. Die vriendin wist me gelijk allerlei spookbeelden voor te houden:
– haar nicht die een uur lang in een duister kamertje is verhoord door vijf gewapende agenten, omdat ze op het vliegveld had staan praten met iemand die kennelijk vier kogels in zijn schoenen meedroeg, maar die ze goddank niet kende;
– dezelfde nicht die net een mooie, leren tas had gekocht in New York, die tijdens de extreme controles op het vliegveld aan flarden was gesneden;
– de opmerking dat ik geen vloeibare medicijnen mee kan nemen omdat men mij dan zeker voor terrorist zal aanzien.
Natúúrlijk pappen wij niet aan met foute mannen en ik zal geen leren tassen meenemen uit New York. Wat betreft de opmerking over de medicijnen: ik heb gelijk de huisarts gebeld om te vragen of hij een verklaring wil schrijven, maar deze blijk ik gewoon bij de apotheek te kunnen verkrijgen (een medisch paspoort heet dat; het leven is soms simpeler dan je denkt).
Maar nu komt het ergste: je blijkt de USA alleen binnen te komen als je van tevoren je verblijfsadres kunt aantonen! Nu hadden Melle en ik een spannende reis voor ogen, lekker last minute, lekker vrij. Daar hoorde natuurlijk bij dat we ter plekke wel zouden zien waar we zouden belanden.
Ruim achthonderd euro neertellen voor twee retourtjes zonder maar een glimp van New York op te vangen is ook zo triest. Daarom heb ik maar het zekere voor het onzekere genomen en ben ik op zoek gegaan naar een overnachtingsplek. Betaalbaar, privé (dus niet met z’n twaalven op een kamer) en in het midden van New York, als het even kan. Ok, ik ben naïef, dat geef ik toe (omdat dat ook z’n charmes heeft), maar behalve naïef ben ik ook dom. En dat zit me dwars!
Er moeten concessies worden gedaan, maar welke concessies dan?
– Met z’n twaalven op een kamer kan goedkoop, maar dan nog steeds op z’n voordeligst in Harlem. Dat vind ik dan toch een dubbel nadeel.
– Een private room is, ook buiten hartje New York, duur, en bovendien niet meer beschikbaar.
– Private rooms in hartje New York zijn er wel, maar die zijn een béétje boven ons budget.
Toch kies ik waarschijnlijk voor deze laatste optie. Ik héb het geld namelijk wel, en het lijkt me fantastisch om tussen de jazzbars te zitten en ’s avonds zo dronken te kunnen worden als je maar wilt zonder dat je je zorgen hoeft te maken over de laatste bus.
Daarom heb ik mijn oog laten vallen op het Imperial Court Hotel in Manhattan, hartje centrum en redelijk geprijsd (1380 dollar voor de hele week). Ik belde het telefoonnummer van het boekingsbureau (à 30 eurocent p/min.) om te vragen of het hotel rolstoeltoegankelijk was. Na een minuut of wat aan de lijn gehangen te hebben, kreeg ik te horen dat het boekingsbureau niet over deze informatie beschikt. Ik kreeg het e-mailadres van het hotel, zodat ik zelf even een mail kon sturen (zucht, nog geen hotel).
Inmiddels heb ik het hotel gebeld (gaat toch sneller), en nee, ze waren niet rolstoeltoegankelijk. Toen ik even doorvroeg, bleek echter dat het hotel geen drempels heeft en dat er ruime liften aanwezig zijn. "So I can go into the room with my wheelchair?" Dat kon meneer mij niet bevestigen. Zeker bang om een claim aan zijn broek te krijgen. Ik maakte me niet al te veel zorgen meer, en heb geboekt.
Je moet er dus wat voor over hebben, een tripje naar New York, maar NEE, ik ben nog niet moedeloos! De voorpret gonst door mijn hoofd, ik heb mijn zwarte jurkje al klaar liggen: NYC here we come!