Vrijheid en verantwoordelijkheid, dat is het motto van het regeerakkoord dat vandaag fier door Mark Rutte en Maxime Verhagen werd gepresenteerd. Ook Geert Wilders was trots. Trots op zijn partij, die nu maar mooi in het centrum van de invloed stond en die over vijf jaar de grootste zou zijn. Trots op de harde maatregelen tegen de Islam.
Vrijheid en verantwoordelijkheid. In de inleiding van het Concept Regeerakkoord VVD-CDA worden deze woorden onderbouwd met zinnen als Ieder mens heeft recht op zelfbeschikking; verdient de kans het beste uit zichzelf te halen en zich te ontplooien. Een prachtige zin, waarbij elke liberaal, ook een GroenLinkser zoals ik, zijn vingers kan aflikken – om maar even met de woorden van Mark Rutte te spreken. In dit regeerakkoord pakt het principe van zelfbeschikking echter desastreus uit.
Zo komen er strenge financiële maatregelen voor mensen met een psychische of psychiatrische aandoening die niet 'komen opdagen' bij een afspraak. Het is algemeen bekend dat therapieontrouw onderdeel kan zijn van GGZ-problematiek. Daar komt nog eens bij dat onder deze groep ook vaak een verslavingsproblematiek aan de orde is, wat op zijn beurt weer gepaard gaat met financiële onzekerheid. Zo bezien dragen financiële sancties op therapieontrouw niet bij aan herstel, maar aan verder verval: iemand die de sanctie niet kan betalen, bouwt schulden op. Dit heeft tot gevolg dat mensen minder snel een beroep zullen doen op geestelijke gezondheidszorg, wat zal leiden tot meer verplichte opnames – en dus hogere zorgkosten. Mensen doen niet mee aan de samenleving, maar worden juist uitgesloten.
Een tweede voorbeeld is de kinderopvang. Het kabinet staat voor dat ouders 'proportioneel' bijdragen aan de kinderopvang, waardoor de kinderopvang voor velen niet meer uit kan: werken levert even weinig op als niet-werken. Dit zal voor veel mensen – met name vrouwen – een reden zijn om hun (parttime) baan op te zeggen. In tijden van vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt, waarin we iedereen nodig hebben om zorg te bieden aan ouderen en mensen met een handicap, kunnen we dit niet gebruiken. Ook hier blijkt dit regeerakkoord een anti-emancipatoir (en dus contraproductief) effect te hebben.
En dan, last but not least: de inburgering van niet-westerse immigranten. Hierin spreekt het regeerakkoord met dubbele tong. Enerzijds wordt er een beroep gedaan op het beginsel van gelijkwaardigheid; tegelijkertijd staan er in het regeerakkoord verschillende maatregelen die moslims, direct en indirect, uitsluiten en discrimineren. Denk aan het verbod op het dragen van een hoofddoek voor politieagenten of leden van de rechterlijke macht. Het enige wat met dit verbod wordt bereikt, is dat moslima's deze beroepen niet langer zullen uitoefenen. De maatregel staat participatie dus in de weg, evenals de bezuiniging op de subsidies voor integratie. Men wil dat nieuwkomers integreren, maar hierin worden zij niet ondersteund. Wie het niet in zijn eentje kan, ligt eruit.
Zo kent dit regeerakkoord nog tal van andere maatregelen die worden verkocht onder het mom van vrijheid en verantwoordelijkheid, maar die in werkelijkheid leiden tot een polariserende samenleving waarin de sterken (lees: gezonde, veel verdienende, Nederlandse mannen) overleven en waarin de mensen die het minder goed hebben getroffen met hun sekse, gezondheid, afkomst of religie, aan de kant komen te staan.
Het regeerakkoord is niet gefundeerd op vertrouwen, maar op angst en dwang. Dit resulteert in een degradatie van verantwoordelijkheid en vrijheid tot plicht en dwang.