Het is oudejaarsavond, 2008 zit er bijna op. Het is een mooi jaar geweest, zo mooi dat we niet de behoefte hebben om uitgebreid ergens te dansen, vuurwerk af te steken of bij vrienden spelletjes te spelen. Lekker thuis, met mijn ouders over de vloer, besluiten we een film te kijken: Mar Adentro. Dat deze Spaanse euthanasiefilm een vrolijk einde zou maken aan het jaar 2008, had ik niet verwacht. Maar mooi was hij wel, deze film.
Heel in het kort: Ramón Sampedro is volledig verlamd en brengt zijn leven door in bed. Alleen zijn hoofd kan hij nog bewegen. Dit omdat hij 26 jaar geleden in ondiep water sprong, met zijn hoofd op de zeebodem terecht kwam en daardoor een dwarslaesie opliep. Een rolstoel hoeft hij niet – het enige wat hij nog wil, is sterven. Omdat hij dit leven, waarin hij volledig afhankelijk is van anderen, niet waardig vindt. Leven moet volgens hem een recht zijn en geen plicht. Helaas denken niet alleen de autoriteiten daar anders over, maar ook zijn (gelovige) broer en andere naasten vindt het onaanvaardbaar dat hij niet verder wil leven. Toch weet Ramón mensen voor zijn zaak in te zetten, waardoor uiteindelijk gebeurt waarnaar hij al die tijd al verlangt: hij sterft een onnatuurlijke, maar waardige dood.
De film roept dubbele gevoelens bij me op. De beelden en de muziek alleen al laten een diepe indruk op me achter omdat ze het beeld neerzetten van een krachtige man. Een man die ergens voor durft te kiezen en die laat zien dat sterven niet het weglopen voor je problemen is, maar het onder ogen zien van je problemen. Ik vind het enerzijds sterk dat Ramón kiest voor de dood, terwijl zijn omgeving het niet kan verdragen dat hij (dit) leven niet waardig vindt.
Aan de andere kant kan ik me niet in Ramón verplaatsen. Ik zie dat hij schrijft. Geniet. Liefheeft. Toch verkiest hij sterven boven leven. Waarom? Waarom wil hij dag in dag uit op dat bed blijven liggen, terwijl hij ook kan kiezen voor een mobiel leven (in een rolstoel)? Deze vraag kwam ook op bij andere personages uit de film. De jonge, onbesuisde Rosa bijvoorbeeld wil hem er bij hun eerste kennismaking van overtuigen dat het leven de moeite waard is. Ramón wijst haar onmiddellijk de deur. Ook de pastoor, die zelf volledig verlamd in een rolstoel door het leven gaat, vangt bot; Ramón vindt de plicht om te leven geen vrijheid, het recht om te sterven wel.
Dat Rosa en de pastoor bot vangen, is geen wonder; zij zijn in hun manieren van overtuigen dom respectievelijk egoïstisch. De pastoor zet het leven namelijk geheel in het teken van God, waarbij hij voorbij gaat aan zelfbeschikkingsrecht. Rosa wil Ramón niet kwijt omdat ze in hem haar ware liefde ziet. Met deze kortzichtigheid en dit eigenbelang van de andere personages geeft de filmmaker Ramón gelijk, zeker als Rosa er later (uit liefde) voor kiest om Ramón toch te helpen, door zijn dodelijke drankje voor hem klaar te maken.
Ik ben geen naaste van Ramón en bovendien ben ik niet dogmatisch; ik geloof in het recht om te sterven. Iedereen moet zelf kunnen beslissen of hij blijft leven of niet. Dat maar liefst twee dokters een handtekening moeten zetten om iemand waardig te kunnen laten sterven in echt heel schrijnende situaties, vind ik te gek voor woorden. Maar bij Ramón begrijp ik het niet. Hij geniet toch van dingen? Ik zie geen pijn, ik zie geen wanhoop; ik zie alleen een man die ondanks alles weigert het leven te omarmen.
Het jaar 2008 zit er bijna op. Het is klokslag twaalf uur als Ramón zijn drankje inneemt en eindelijk, na 28 jaar, sterft. Buiten wordt vuurwerk afgestoken; het groene en roze licht van de vuurpijlen verlicht de woonkamer waarin wij huilen om Ramón. De keukenmeiden gillen erover. Ondanks mijn dubbele gevoelens ben ik blij voor Ramón. Dit komt omdat hij zijn wens louter op zichzelf betrekt; hij zegt nooit dat een afhankelijk leven geen waardig leven is of dat mensen met een ernstige handicap de dood zouden moeten verkiezen. Hij vindt zijn leven onwaardig en verkiest de dood, maar mij laat hij vrij. Ik mag het leven omarmen – schrijven, genieten, liefhebben. We trekken de champagnefles uit de kast. Op een fantastisch nieuwjaar!