Eenendertig weken zwanger. Als ik tijdens een telefoongesprek gerommel in mijn buik voel en ik naar beneden kijk, zie ik mijn jurk op en neer bollen. Niet een of twee keer, maar voortdurend, van links naar rechts, als een soort golfslagbad. Ik begin te lachen.
"Wat is er?" hoor ik aan de andere kant van de lijn.
"Er zit een alien in mijn buik."
Zo’n dikke buik is prachtig, maar soms wat onhandig. Zo past mijn werkkleding echt niet meer. Mijn bloesjes, krijtstreepbroeken en nette rokken hangen al maanden werkeloos in de kast. Zelfs nette t-shirts zijn een probleem. Ik heb wel zwangerschapskleding, maar die is rekbaar en dus per definitie niet erg formeel. Jasjes om de boel op te waarderen draag ik niet. Voor belangrijke bijeenkomsten heb ik dus een klassiek probleem: wat moet ik aan vandaag?
Ik spit mijn kledingkast uit. Heb ik nu echt niet iets passends? Ik stuit op een zwart jurkje met een wijde col. Het is mijn New Yurkje, het enige kledingstuk dat mee mocht naar New York, omdat het (met de tijgeroorbellen) mijn enige kledingstuk was waarin ik het avontuur wilde aangaan (zie blog). Het was een beetje aan de grote kant.
Ineens lijkt dit kledingstuk, dat ik daarna nooit meer heb gedragen, me ook goed draagbaar in combinatie met zilveren Esprit-oorbellen en lippenstift. Een mooie ketting erbij, en ik zou er zó mee naar een bestuursvergadering of sollicitatiegesprek gaan. Ik trek de stof over mijn hoofd. Hij valt soepel over mijn schouders. Bij mijn buik moet er even worden getrokken, maar dan glijdt de jurk netjes over mijn heupen.
Als ik in de spiegel kijk, zie ik een ambitieuze, zwangere vrouw.
Klinkt leuk, ik zou bijna roepen om een foto ;-)
Ben zelf net iets minder ver dan jij trouwens (29 weken en een beetje) en ben blij dat ik me niet meer in ambitieuze kleding hoef te proppen, ik zou niet weten hoe!
FOTO !!!!!!!
foto!!!!!!!!