Twitteren is het woord van het jaar 2009, zo heeft genootschap Onze Taal onlangs bepaald. De uitslag is weliswaar minder spectaculair dan die in 2008 – wat was in vredesnaam swaffelen? – maar zegt wel iets over de maatschappelijke tendens om digitaal te netwerken: twitteren is hot.
Reden genoeg om er ook maar eens aan te gaan. Een profiel aanmaken is zo gepiept, maar wat doe je vervolgens op Twitter? Eh, vrienden zoeken? Ik typ wat namen in bij Find People. Ligt het aan Twitter of zijn mijn vrienden gewoon niet zo hot? – geen spoor van Marijn, Nicole of Taco. Zelfs Niké is er niet. Wat dat betreft doen LinkedIn en Hyves het beter. Teleurgesteld log ik uit.
’s Avonds hoor ik Melles stem uit de studeerkamer: "Maandag is er een debat over passend onderwijs. O, en Ineke van Gent gaat niet naar de koningin." GroenLinks heeft Twitter wél gevonden. Reden genoeg om er nóg maar eens aan te gaan.
Twitter blijkt een levendige community, waarin politici en vele anderen van uur tot uur vertellen wat hen zoal bezighoudt: werkbezoekjes, een goed boek, de intocht van Sinterklaas… Erg interessant en soms ook gewoon leuk om te volgen, maar nóg leuker om te participeren! Gelukkig houdt twitteren niet op bij vertellen wat je beleeft – in dat geval zou ik in deze fase van mijn zwangerschap snel uitgetwitterd zijn. Nee, je kunt ook discussies volgen, reageren en zo je visie op de wereld verbreden. Wist je bijvoorbeeld dat Halina vorige week gehakt heeft gebakken met Carice?
Een dag, nee, een UUR niet getwitterd, is een uur niet geleefd!