We lopen een rondje door het dorp op de Veluwe. De sneeuw kraakt onder onze voeten en wielen. Jonne kijkt ondeugend onder haar roze capuchon vandaan en wappert met haar handen, waaraan twee harige paarse handschoenen prijken. Berenklauwtjes.
Het dorp ademt een en al kerstsfeer. In vensterbanken staan verlichte nepkaarstrappetjes, aan voordeuren hangen kransen met roodglimmende ballen.
We komen aan bij de buurtsuper. De tijd dat mijn auto vol met dozen voedingswaren meeging op vakantie, heb ik achter me gelaten; waarom alles meeslepen als toch alles te koop is?
In het gangpad met koffie en thee zet ik mijn rolstoel omhoog als ik een jongen het gangpad in zie lopen. Hij draagt een donkerblauwe overall en grote gele klompen. Ik schat hem een jaar of elf.
Bij het zien van mijn rolstoel blijft de jongen stokstijf staan. Hij kijkt heen en weer tussen Melle en mij en vraagt Melle ten slotte, terwijl hij naar me knikt: "Wat heeft ZIJ dan?" De 'zij' spuugt hij uit, alsof hij net een slok lapsang souchon heeft genomen en nog niet gewend is aan de rokerige nasmaak.
Melle weet zich niet direct raad met de vraag en herhaalt deze, meer voor zichzelf dan voor de jongen: "Wat heeft zij dan?". Hij kijkt mij vragend aan. En dus antwoord ik. Ik vertel hem dat ik in een rolstoel zit omdat ik niet kan lopen.
"Wat is er dan gebeurd?" Hij doet een stap in mijn richting.
"Er is niets gebeurd. Ik heb een ziekte aan mijn spieren en ben zo geboren."
De jongen knikt. Ja, nee, dat kent hij natuurlijk wel. Maar waarom staat die rolstoel dan zo hoog? Ik leg hem uit dat dat handig is bij het boodschappen doen en pak ter illustratie een theedoos uit het schap.
Blijkbaar werkt het aanmoedigend, want de jongen wil nog veel meer weten: hoe ik naar bed ga, en of ik zelf auto kan rijden.
"Ja, dat kan. Binnenkort krijg ik een auto waarin ik zó achter het stuur kan rijden."
Hij vraagt of de rolstoel dan kan worden vastgezet. Meer dan een bevestigend antwoord heeft hij niet nodig, want deze jongen weet er álles van: hij heeft namelijk vaak genoeg een rolstoel in een auto gezien. Als hij ten slotte niets meer vraagt, maar slechts met open mond naar me staat te kijken, gaan we verder met boodschappen doen.
Eén gangpad verderop staat hij er weer. In zijn hand heeft hij zes opgestapelde plastic bekertjes, waarin hij blaast voor hij voorzichtig een slokje neemt. "Chocolademelk," ligt hij toe.
"Ben je hier alleen?"
De jongen knikt. "Kun je zó pakken, lekker hoor."
We rekenen af en gaan terug naar ons vakantiehuis. Dan zetten we thee. Lapsang souchon.
Haha, leuk stuk Hann…je bevestigt hiermee wel mijn beeldvorming van de Veluwe, hoor! Liefs en tot gauw weer ns,van Hanne
Idd een leuk stuk!
Je maak soms rare dingen mee, maar dit vind ik dat wel weer grappig. Liever dat kinderen vragen, dan dat ze door de ouders gestopt waren (misschien handig dat de ouders er niet bij waren?).
Hi Hann,
Ik vind je een ontzettend leuke vrouw. Je bent gewoon lekker jezelf. Ik wens je veel liefde voor 2011.
Hi Han,
Wat een leuke stukjes. Ik lees met heel veel plezier je positieve stukjes al dan niet je stukjes waar je even goed een positieve draai aan geeft.
Je hoeft dit niet te publiceren, hoor. Ik wilde je toch eens laten weten hoe zeer ik je gun wat je sinds 2008 overkomt. Sommige uitspraken van je heb ik gewoon heel erg veel aan gehad!
Lieve groeten van Ton uit Z.
wat zij dan ook heeft, ze heeft alles