Vreemdeling

ik omarm je
met mijn zeemeerminnenstaart
fonkelend als een amethist
in de nacht

je bent buiten westen
te pletter geslagen
tegen het rotsblok waarop
ik huil

happende vissenkoppen
de rest bezinkt
ik heb je uitgeleverd
in ruil voor

lopende benen, die snijden als messen
Walt Disney gelooft in sprookjes
maar jij, vreemdeling, jij
had beter moeten weten

ik ben zo echt
als
kauwgom onder een geboenwaste tafel
in een havenrestaurant

pas maar op:
de vis wordt oud

Hann van Schendel, 1 september 2019