Blij met spierziekte – Kopenhagen II

Een unieke ervaring tot nog toe in mijn bestaan: ik ben dankbaar voor mijn spierziekte. Het is niet altijd leuk om rond te crossen in plaats van rond te huppelen, maar tegelijkertijd raak je als spiero verzeild in situaties waarin mijn lopende medemens nooit zou belanden. Behalve Melle dan: die mag meeprofiteren.

De treinreis van Utrecht naar Kopenhagen verliep niet helemaal zoals we ons hadden voorgesteld: er was geen plek om mijn rolstoel te stallen, dus die bleef onbeheerd in het gangpad staan. Toch heeft het gebrekkige rolstoelvervoer ook zo z’n voordelen.

Toen de trein vanmorgen in Kopenhagen aankwam, bleek dat de plank van de gehandicaptenservice met geen mogelijkheid tussen de smalle klapdeuren van de internationale trein paste. Vier mannen van de Deense spoorwegen stonden erbij te kijken, maar geen van hen ondernam ook maar enige actie. Daarom hakte de conductrice de knoop door en vroeg ze Melle om mij in een treinstel op een bank te leggen, zodat de mannen mijn rolstoel uit de trein konden tillen.

Nu ben ik nooit zo’n voorstander van rolstoelen tillen (stel je voor dat ‘ie kapot gaat), maar er viel weinig te kiezen: de mannen kwamen niet met iets beters. Toen ik goed en wel op een bankje lag, kwam de conductrice stoom afblazen: het was echt iets voor mánnen om daar maar zo naar boven te staan kijken met hun handen in hun zakken, alsof God die rolstoel wel even naar beneden zou laten glijden. Dat kon ze echt niet hebben, zulke blöde kerels.

Na ruim drie kwartier bleek er opeens een lift op het station te staan die smal genoeg was. Binnen een minuut stond de rolstoel op het perron en liepen de mannen zonder er een woord aan vuil te maken, weg.

Dit alles zou ik hebben gemist als ik had kunnen lopen. Dan had ik nooit geweten dat Russische conducteurs binnen een uur kunnen omslaan van een opvliegende, vuurspuwende duivel (zie eerdere blog) in een vriendelijke, humoristische kerel, en dat Duitse conductrices zich doodergeren aan lummelende mannen. Bovendien is gebleken dat ik heel goed in staat ben om in kartonnen bekertjes te plassen.

Het allerbeste aan de hele situatie is echter dat we ervan leren: relativeren, improviseren en vertrouwen. Leren reizen is ook een beetje leren leven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *