Het nieuwe rooster was er, las ik in mijn mail. Toen ik nietsvermoedend dat rooster opende, viel mijn blik op maandag het vierde uur. Daar stond 3C, een klas die ik nog nooit had lesgegeven en die ik ook niet kende. Ook het zesde uur stond er een nieuwe klas op het programma, eveneens een derde. Ik was, zonder dat ik hierop was voorbereid, plotseling docent van alle derde klassen; mijn tweede klassen waren uit mijn rooster verdwenen. Dat dit niet zonder overleg met de betrokken docenten had mogen gebeuren, deed niets af aan de feiten; het gewijzigde rooster was onderdeel van het voornemen om de gatenkaasroosters van leerlingen en collega’s te optimaliseren. Gedane zaken namen geen keer; vorige week donderdag nam ik afscheid van mijn tweedeklassers.
De eerste afscheidsles liep zoals gepland: na de uitleg van wat theorie (toetsstof voor het eerstvolgende proefwerk), had ik twintig minuten ingeruimd om handjes te schudden en de leerlingen te laten opschrijven wat zij van mijn lessen vonden. “Iets positiefs en iets wat volgens jou beter kan,” lichtte ik toe. Dit leek me een mooi moment voor reflectie. Braaf schreven de leerlingen hun briefjes, terwijl ik terugdacht aan mijn eerste lessen met deze klas, waarin er met typ-ex op de tafels werd gekliederd en ik me meerdere malen afvroeg of ik ‘het’ nog wel kon. Na een paar weken ging het beter, en nu liep deze klas als de beste. Ik had geleerd dat hard werken een pure investering is in een goede relatie met je leerlingen.
Toen ik iedereen een hand had gegeven en ik de briefjes op mijn bureau had verzameld, kwam afscheidsklas nummer twee binnen. Nog voor ik mijn powerpoint met theoretische uitleg had kunnen opstarten, trok een van de leerlingen een tweeliterfles cola uit zijn rugzak. Een andere leerling toverde dertig donuts uit haar tas, en een derde had aan de bekertjes gedacht. “Mevrouw,” riep de jongen van de cola, “we gaan er een gezellige les van maken! We hebben iets lekkers meegenomen en Nederlandse muziek uitgezocht. Mogen we de stoelen in een kring zetten?” Totaal overdonderd stemde ik toe, en voor ik het wist zongen dertig kinderen luidkeels mee met Marco Borsato’s Afscheid Nemen Bestaat Niet. Ook deze klas vroeg ik mij op een briefje te geven wat ze goed vonden aan mijn lessen, en wat juist niet. Er werden geen handen geschud, maar knuffels geven. Die betrokkenheid, dáárom stond ik voor de klas!
’s Avonds, thuis, las ik de briefjes, een warm bad dat de pijn van afscheid nemen verzachtte. Duidelijk werd dat de leerlingen mijn dagelijkse voordracht van een gedicht wel konden waarderen. Ook bleek ik goed te kunnen uitleggen:
Lieve mevrouw Van Schendel,
In de eerste les legde u uit wat het naamwoordelijk gezegde was, iedereen begreep het meteen. Vorig jaar was dit zeker nog niet het geval. Ik had u vandaag graag een gedicht gegeven, maar ik kon niks vinden… U bent een goede lerares en ik hoop u volgend jaar weer op mijn rooster te zien.
Hoewel de meeste leerlingen schreven dat ze de sfeer in de klas prettig vonden, liet een enkeling weten dat ik ook wel eens wat strenger had mogen zijn:
Het was altijd heel gezellig in de klas. Alleen was het soms iets té gezellig… Misschien had u iets vaker iemand eruit moeten sturen, dan zouden (vooral de jongens :)) iets meer stil zijn…
Iemand eruit gooien, dat was in de afgelopen vijf maanden niet één keer in me opgekomen. Zover heb ik het domweg niet laten komen. Wat dat betreft is deze (tweede) start voor de klas veel relaxter dan mijn eerste start, in 2003. Waar ik mij toen bijna dagelijks op de kast liet jagen, lijk ik nu in staat te zijn om onrust te kantelen. Eén van mijn leerlingen heeft dit mooi verwoord op zijn briefje:
Ik vond het goed dat u eigenlijk nooit boos hoefde te worden om de klas stil te krijgen.
Afscheid nemen doet pijn, maar gelukkig bestaat afscheid nemen niet. Ik kom ze vást wel weer tegen, die doerakjes, voor hun eindexamen.
Zo Hann met lef,
Herkenbaar dat onderdompelen in het onderwijs.
Via leerlingen kun je meer over jezelf leren dan waar dan ook.
En wat heb jij veel te geven aan hen!
Ik had jou ook wel als docente willen hebben!
Een verrassing om bij ‘who to follow’ op Twitter ineens een oud-docent te zien! Leuk om deze blog te lezen! Morgen ga ik een brief aan mezelf over twintig jaar schrijven, bedankt voor de tip.
Groet Lisanne (leerling Lek&Linge 2000-2006)