Ik ben de minst productieve schrijver die ik ken. Drie jaar terug begon ik aan mijn roman en er zijn pas drieduizend woorden geschreven – het overgrote deel hiervan in een tijdsbestek van twee dagen. En toch ben ik een schrijver. Ik ben alleen bang.
Die angst om te verdiepen, te voelen, beleven en dingen vast te leggen, vertaalt zich in onwerkelijke vormen. In het begin had ik nog niet door dat er iets aan de hand was. Zo’n twee jaar geleden wilde ik een doorbraak maken met het schrijven van mijn boek, door mij een zomerweek lang in een blokhut op de hei af te zonderen. Geen man en kind mee, geen ander gezelschap, alleen een kloosterleven met aan het eind van de werkdag een beloning in de vorm van een luxe maaltijd in een restaurant. (Ik vind het zeer opwindend om alleen uit eten gaan. Aan de ene kant voel je je alleen en dus ook een beetje zielig – waarom zou je zoveel geld spenderen als er niemand is om het genot mee te delen? -, aan de andere kant is er tenminste échte aandacht voor de maaltijd als die niet hoeft te worden gedeeld met een tafelgenoot. De bediening is trouwens veel aardiger als je alleen bent. Je bent de koning te rijk.) Helaas mocht het niet baten: ik reed door een kuil in het bos, viel uit mijn rolstoel en brak mijn rechterschouder. De rest van die zomer kon ik niet meer schrijven.
Kort daarna probeerde ik iets anders: Moleskine-boekjes. Alleen al door ze aan te schaffen, voelde ik me een echte schrijver. Ik heb een hele collectie aangelegd: grote, kleine, zwarte, gekleurde, met harde en met zachte kaft, met lijntjes en zonder lijntjes… Ook bedacht ik systemen om mijn verhaal erin te ordenen: een paars boekje voor de uitwerking van het ene personage, een groen voor het andere. Een zwart boek (met harde kaft) voor de plotstructuur, waarin ik met paars en met groen masking tape aangaf vanuit welk perspectief de scène moest worden beschreven. Meer dan tien bladzijden zijn er nooit beschreven.
Omdat ik thuis niet toekwam aan het volschrijven van die boekjes, boekte ik vorig jaar rond deze tijd een hotel in het bos. Op gezette tijden zou er assistentie komen om me naar de wc te helpen, maar verder zou ik schrijven. Dag en nacht. Twaalf uur voor vertrek kreeg ik veertig graden koorts en een longontsteking. Op dat moment gaf ik het op. Tijdelijk, want ooit, wist ik, zou het verhaal over mijn kunstenaar en zijn muze op papier komen.
En nu is het tij gekeerd. Eergisteren, op mijn zevenendertigste verjaardag, kreeg ik van mijn pasgeboren zoon een boek cadeau: How to be an explorer of the world: portable art life museum. Het is boek zonder regels en structuur, maar met heel veel ruimte en ideeën om de wereld om je heen op een andere manier waar te nemen. Gistermiddag was ik van plan het boek wat beter te bekijken, in de hoop er inspiratie uit op te doen. Maar het kwam er niet van; opeens ging ik achter mijn computer zitten, klikte ik alle geopende internetpagina’s weg en schreef ik een hoofdstuk voor mijn roman.
Vandaag alweer schoot mijn brein in de weerstand: er ligt post. Een huilende baby. De belastingaangifte. Alles wordt uit de kast getrokken om maar niet achter mijn computer te hoeven gaan zitten. En dus sloeg ik mijn wereldontdekboek open. Er viel iets uit, een beveiligingstag met streepjescode. Achteloos schoof ik het opzij. Toen las ik in het boek de uitnodiging om gevonden voorwerpen nader te bestuderen, te categoriseren en je gedachten erover te laten gaan. Ik pakte de streepjescode en herontdekte het:
- de tag was 0,5 bij 5 cm;
- er zat geen geur aan;
- het materiaal was glad en koel;
- hij had drie scherpe hoeken en een zachte hoek, doordat het plastic op glad papier was geplakt en afgescheurd;
- de streepjescode zelf lag op een verdikking met zachte, afgeronde hoeken;
- de zwarte lijntjes waren zeer contrasterend op de witte ondergrond;
- mogelijke categorieën voor een potentiële verzameling: ‘Contradictio in terminis’, ‘Overbodig plastic’, ‘Nutteloos na gebruik’;
- aanvullende opmerkingen: ‘Moet ik dit voorwerp echt bewaren? :) Nee, toch?’
Nauwkeurig schreef ik mijn bevindingen op in het Object documentation log, met een grote lach op mijn gezicht. Een totaal nutteloos object creëerde een scala aan mogelijkheden: nieuwe collecties, een nieuwe kijk op hoe de wereld is geordend, plezier.
Mijn boek is nog niet af, en waarschijnlijk zal ik niet opeens een hoofdstuk schrijven over streepjescodes. Maar dat er iets in werking is gezet, weet ik zeker.