als jij op je grote schip
verdwijnt
in de diepe zee van dit bestaan
en ik <dampend>
in koele stille gronden
achterblijf
met trillende vingers
biddend tot mijn zilte zeemeermin
haar roze, wimperloze gezicht
haar armen wijd open, uitnodigend
in het luchtledige
haar kleurloze, vervilte staart
geamputeerde vrouwelijkheid
als ik hier op je wacht
kom jij dan bij me terug?
© Hann van Schendel
mei 2013
Dit gedicht is geïnspireerd op onderstaande foto, uit de tentoonstelling van Henk Wilschut in het museum Jan Cunen.