De rij bij Albert Heijn is kort. Voor ons rekent nog iemand af, dan zijn we al aan de beurt. Ik zoek vast naar mijn Bonuskaart. Dan komt er een jongen binnenlopen. Hij draagt een jas met nepbontkraag en een petje. Opmerkelijk: hij loopt niet door de toegangspoortjes, maar glijdt soepel via de kassa naast die van ons de winkel in. Die kassa is onbeheerd. Waarom zou iemand deze route nemen? Misschien moet hij iets hebben wat in de buurt van de kassa ligt en heeft hij geen zin om om te lopen.
We zijn aan de beurt als er plotseling een schelle vrouwenstem door de winkel klinkt: “Hij moet nog wel even betalen hoor!” Dezelfde jongen glijdt weer bijna geruisloos langs de kassa naast ons. “Hij heeft iets in zijn tas gestopt, ik heb het zelf gezien!”
De vrouw die bij de stem hoort, sprint naar de kassa en klampt een caissière aan. Die gebaart op haar beurt naar een andere caissière, die net de vloer aan het vegen is. Ze zet haar veger tegen een kassa en loopt langzaam in de richting van de jongen, die haar geen kans geeft om hem aan te houden – hij zet de pas er in en loopt de winkel uit.
“Daar betaalt de consument dus voor,” zeg ik tegen Melle. We hebben afgerekend en lopen langs de vegende caissière en haar collega. Enigszins beteuterd vragen ze zich af waarom de beveiligingsmensen de jongen niet hebben gezien met hun camera’s. Dan was dit toch zeker niet gebeurd?
Dan blijkt dat de camera’s alleen bij de poortjes hangen; de onbeheerde kassa’s geven winkeldieven dus vrijspel. Er hangt geen ketting voor, er staat geen winkelwagentje. Lekker handig van Albert Heijn. En de consument betaalt.