Op 19 januari ben ik uitgerekend. Vanaf het begin van mijn zwangerschap heb ik me echter vastgehouden aan een andere datum: 29 december. Waarom? Omdat ik op die datum 37 weken zwanger was, en Jonne ook precies drie weken voor haar uitgerekende datum is geboren. Is het niet zo dat vrouwen geneigd zijn het zwangerschapspatroon van het eerste kind te herhalen?
“Laat die datum los. Het kan ook maar zo begin februari worden.” Mijn moeder had me al gewaarschuwd. En toch komt het onverwacht. Ik ben ineens 38 weken zwanger.
Het helpt niet dat mijn gynaecologe ook met die 37 weken in haar hoofd zit. Tijdens de controle bij 36 weken en zes dagen zei ze: “Ik denk niet dat ik je volgende week nog terugzie met het kind in je buik, maar plan voor de zekerheid toch maar een afspraak. Anders moeten we gaan nadenken over inleiden.
Inleiden leek me geen pretje. Zo’n infuus in je lijf waardoor weeën worden opgewekt die niet de jouwe zijn… is het niet beter om Moeder Natuur gewoon haar gang te laten gaan? Ik had echter nog een week, dus ik dacht dat het wel zou gebeuren. En inderdaad: dezelfde avond nog kwamen de contracties. We raceten naar het ziekenhuis, om een spoedbevalling zoals die van Jonne voor te zijn. De hele nacht lag ik aan de apparaten. Met de baby was alles prima, maar de weeën trokken weg. De volgende dag was alsof er niets was gebeurd.
Sindsdien is alles rustig. En zo ging ik eergisteren, bijna 38 weken zwanger, dan ook met angst en beven naar mijn gynaecologe. Die inleiding zou onvermijdelijk zijn.
“Ik kan je niet inleiden,” zei mijn gynaecologe, “want de baby is nog niet ingedaald.” Ze legde me uit dat het kind al behoorlijk groot begon te worden voor mijn bouw. En dat de kans op complicaties tijdens de bevalling dan groter wordt. We weten sinds een aantal weken dat anesthesie liever geen spoedkeizersnee bij mij wil uitvoeren, omdat het onder narcose brengen wat voeten in aarde heeft. Een geplande keizersnee is veiliger. En dus besloot mijn gynaecologe: “Je krijgt nog ruim een week. Dan gaan we een keizersnee plannen.”
Ik probeer me me te bedenken dat ik geen invloed heb op wanneer ons kindje komt. Me over te geven. Rustig te blijven, te ontspannen, zodat deze week ineens zomaar, húp, de bevalling begint.