Dansen in de regen

Iets na zevenen: bijna kinderbedtijd. De voordeur staat open en ineens begint het te regenen. Niet die regen die we al de hele maand juni hebben, maar echte regen: moessonmaandregen. De kinderen kijken hun ogen uit.

‘Wil je een rondje door de tuin rennen?’ vraag ik Jonne – en als ik haar een beetje weifelend maar verlekkerd naar het frisse, glanzende groen zie kijken, spoor ik haar aan: ‘Doe maar, is lekker!’

Melle doet er nog een schepje bovenop: ‘Gaan we samen?!’ Ze rennen een rondje en komen doorweekt terug. Jonnes haar druipt in haar ogen, maar ze straalt en is bepaald niet van plan het hierbij te laten. Als een kalf dat voor het eerst in de wei komt, dartelt ze in het rond.

‘Ingo, trek je laarzen aan, dan kun je ook!’ roep ik. Hij is doorgaans wel te porren voor een lolletje – zeker als dat lolletje van de gebaande paden afwijkt -, maar deze keer aanschouwt hij zijn zus van een afstand. Dan loopt hij naar zijn laarzen, trekt ze aan en zet voorzichtig één stap in de tuin. Melle pakt een waterpistool en spuit Ingo verder nat. Hij is om: gillend van plezier staat ook Ingo ineens midden in de tuin.

Ze dansen. Ze springen in de plassen. Ze houden het reservoir van hun waterpistool onderaan de regenpijp en spuiten elkaar nog natter. Jonne richt haar gezicht naar de hemel, houdt haar mond wagenwijd open en roept uitgelaten: ‘Van regen wordt water gemaakt!’

Ik denk aan vroeger, aan hoe ik urenlang heb gewandeld door de regen, hoe ik mijn haar en gezicht kletsnat liet regenen terwijl mijn rolstoel werd drooggehouden door een zwarte regencape (Knightrider was er niets bij). Door mijn kinderen herinner ik me hoe ongelofelijk heerlijk het is: dat het niets meer uitmaakt hoe hard het regent, want natter kun je toch niet worden.

Ik twijfel: zal ik ook…? Maar het is niet nodig. Dit zien, hun kinderlijke geluk, is puur genieten.

received_1151720724870316