Wiebeltand

Jonne en Ingo logeerden deze zomer twee weken zonder ons bij mijn ouders. We belden wel af en toe, maar de echt relevante dingen bespreek je live; toen wij de auto voorreden bij het ieniemieniehuisje van mijn ouders en de kinderen het pad af kwamen rennen, riep Jonne al uit de verte: “Moet je eens voelen, ik heb een wiebeltand!”. In twee weken tijd kan veel gebeuren.

Het duurde nóg twee weken voor de tand er eindelijk uit zou gaan. Twee weken in spanning: wanneer zou het gebeuren? En hoe? Ik kon bijna voelen hoe dat ook alweer was: een tand die enkel nog met een heel dun draadje vast zat aan je tandvlees, dat kriebelige gevoel in je buik als je hem ronddraaide… Je durfde hem er niet uit te trekken, dus bond je er maar een touwtje om. Wij hadden thuis elektrische schuifdeuren; die bleken veel te langzaam om er een tand mee uit te trekken, dus reed ik maar met die deur mee, zodat de tand er vooral niet uit ging.

In die twee weken zag ik op Facebook een paar foto’s voorbijkomen van kinderen die Jonne waren voorgegaan. Het viel me op dat die foto’s iets met elkaar gemeen hadden: de gezichtsuitdrukkingen waren magisch: er straalde trots vanaf. Daar wilde ik meer van weten en ik begon aan een kunst-, of eigenlijk onderzoeksprojectje: op Facebook riep ik ouders op mij een foto te sturen van hun kind dat nét zijn eerste tand had verloren. Daarbij stelde ik de vraag of het kind iets had gekregen toen de tand eruit ging, en zo ja: wat?

Zeven foto’s kreeg ik en inderdaad, de gelijkenissen zijn treffend: trotse, stralende koppies.

melktandenproject1

melktandenproject 2

melktandenproject 4

De ‘beloningen’ liepen uiteen: één van de zeven kinderen kreeg niets, een ander een spelcomputer met spelletjes. Het merendeel kreeg een muntje van de alom bekende tandenfee, die je tand komt weghalen onder je kussen. Dat concept heb ik nooit begrepen. Bij ons thuis bewaarden we mijn melktanden, tot mijn moeder ze later liet verwerken in een ketting en haar trouwring. Toen ik dat aan Jonne vertelde, wilde zij ook wel zo’n kettinkje. We kochten dus maar gewoon een tandendoosje; aan de mythe van de tandenfee had ik toch al een einde gemaakt.

Toen ik op mijn eerste schooldag uit mijn werk kwam, stond Melle me op te wachten in de gang. Uit de kinderkamer klonk luid gegiechel. “Schat, wil je even iets voor me opzoeken op je computer?” vroeg Melle. Nietsvermoedend startte ik mijn computer op. Het eerste wat ik zag, was een schermvullende foto van Jonne, met een enorm gat tussen haar onderste melktanden. Bij het horen van mijn bewonderende kreet, kwam ze uit haar kamer gerend. Trots als een pauw.

De dag erna zijn we naar het Aboriginal Art Museum Utrecht gegaan, om het te vieren met een appelsapje en een bonbon. En ’s avonds extra goed tandenpoetsen!

P1030480