Meisjesdag

Toen mijn vriendin M. en ik allebei net een dochter hadden, bracht M. me een nieuwe term bij: ‘Meisjesdag’. Zij doelde hiermee op dingen met je dochter doen die je niet direct met je man of zoon zou doen: koffie (respectievelijk appelsap) drinken, chocolade eten en winkelen. Hoewel ik al die dingen ook graag met Melle doe, en ik met vrouwen of meisjes ook typische ‘jongensdingen’ doe (zoals schaken), heb ik de term in ere gehouden: sinds Jonne naar school gaat, hebben zij en ik elke woensdagmiddag Meisjesdag. We gaan dan steevast naar de bakker voor een zesgranenbrood, naar de Bagels & Beans voor een latte macchiato, een appelsap en een chocodadel en tot slot naar de Hema voor panty’s of nagellak. Aan het eind van de middag, als we weer teruggekeerd zijn, klaagt Melle erover dat ik Jonne te veel verwen; dikwijls komen we thuis met onzinnige hebbedingetjes, zoals een puntenslijper, een pen die geluid maakt of nieuwe kleren. Ik vind: dat mag op Meisjesdag.

In het begin vond ik het best spannend om alleen met Jonne op pad te gaan. Ze gehoorzaamde niet altijd, kon niet zelf haar jas aan- of uittrekken en durfde buiten de deur niet zonder hulp naar de wc. Bovendien kon ze nog niet zo ver fietsen. Gelukkig heeft Meisjesdag de kwaliteit om dit soort obstakels te overwinnen: ik vervoerde haar op schoot en vroeg een serveerster om haar jas uit te doen. Jonne haalde vervolgens wat speelgoed uit de kinderhoek en kwam lekker aan tafel spelen, terwijl we genoten van onze drankjes. We kletsten en speelden tot Jonne naar de wc moest, waardoor ik haar kon leren dat ik er voor haar was, ook al kon ik haar niet vasthouden op de wc: ik vroeg een serveerster om met haar mee te gaan en de deur open te laten, zodat Jonne mij kon zien en horen. Het opruimen van speelgoed ging gemakkelijker dan thuis; ze liet me trots zien dat ze precies wist waar alles moest worden teruggelegd. Voor het aantrekken van Jonnes jas kon ik altijd terecht bij de bediening: dat is het voordeel van een meisjesstamcafé.

De laatste weken is onze scope zich aan het verbreden. Sinds Jonne haar jas kan aan- en uittrekken en zij met mij naar het invalidentoilet durft, zelf de auto kan instappen en haar gordel kan vastmaken, gaan we ook IJburg af. Zo wordt Meisjesdag pas écht leuk. Samen met mijn jeugdvriendin A. en diens dochter gingen we naar het Rijk der Kabouters en samen met Jonnes vriendinnetje Y. en diens moeder naar de film Emma en Casper (zie blog). Meisjesdag beperkt zich dus niet tot twee meisjes – hoe meer zielen, hoe meer vreugde -, maar ook met z’n tweeën nemen we het ervan.

Vanmiddag bijvoorbeeld gingen we naar Westerpark. De gezelligheid begon al in de auto: luidkeels meezingend met Klein Orkest (‘Kijk uit voor de kinderverslinder‘) en babbelend over verkeersregels reden we naar de Westergasfabriek, waar we heerlijk hebben geluncht: American pancakes met aardbeien en ahornsiroop voor mevrouw – die ze netjes met mes en vork verorberde – en een broodje hummus voor mij. Daarna reden we naar avonturenspeeltuin het Woeste Westen, waar Jonne al menigmaal een nat pak haalde omdat ze van een vlot viel of in een sloot sprong, maar vandaag waren we overal op voorbereid: achterop mijn rolstoel hing een tasje met een badpak, zwembandjes en een handdoek.

Toen het natte pak uitbleef, zijn we naar het pierenbad gegaan: gewoon, omdat de zon scheen en wij nergens naartoe hoefden. Het was prachtig om te zien hoe Jonne zichzelf omkleedde, zelf haar zwembandjes opblies en mij haar liet coachen met insmeren en afdrogen. Zij genoot van het spelen in het water, ik genoot ervan naar haar te kijken. Voor het eerst waren we gewoon een moeder en dochter, zoals al die andere moeders en dochters in Westerpark. Gewoon, als in vanzelfsprekend.

Na het zwemmen aten we een stukje Tony’s Chocolonely onder een boom. Je kunt het moeder-/dochterschap op zoveel manieren vieren, maar… zonder chocola geen Meisjesdag!