Goede buur

Het is een snikhete dag. Ik wil de flat uitgaan en zie mijn 85-jarige buurvrouw in haar rolstoel in de hal staan. Ze draagt een donkerbruine blouse en er ligt een geruite deken over haar schoot.
"Buurvouw, wat doet u hier in die hete hal?"
"Ze zouden me komen halen, maar niemand komt." Twee verzorgers van de Osira-woongroep komen babbelend de flat binnen en lopen langs ons heen, maar gunnen ons geen blik waardig.

Als ik even doorvraag, blijkt mijn buurvrouw een afspraak te hebben met Osira. Zij gaat twee keer per week naar de dagopvang en wordt dan door de taxichauffeur in de hal afgezet. Iemand van Osira pikt haar op in de hal en rijdt haar haar woning in. Mijn buurvrouw kan zich in haar rolstoel niet zelf voortbewegen.

"Ik sta hier al een half uur en denk niet dat ik het nog lang volhoud." Ze heeft het zweet op haar voorhoofd staan.

Ik besluit op zoek te gaan naar een Osira-medewerker en rijd de woongroep binnen – de deuren staan wijd open. Niemand. Alleen in de keuken zit een vrouw in haar rolstoel heen en weer te wiegen. "Hallo," zeg ik, maar ze kijkt me glazig aan en zegt niets terug.

Op het moment dat ik besluit terug te gaan naar de hal, zie ik een meisje: hetzelfde meisje als ons net voorbij is gelopen. Ik spreek haar aan en leg uit dat mijn buurvrouw al een half uur op iemand staat te wachten die haar naar huis brengt. "Dat kán toch niet!" roep ik uit. Het meisje antwoordt niet, maar loopt op mijn buurvrouw af. "Hallo, mevrouw Kaiser. U wilt naar huis?" Ze wacht het antwoord niet af, maar brengt de rolstoel in beweging. Ik ga er achteraan.

Vanuit de deuropening van mijn buurvrouw zie ik hoe het meisje het kleed van mijn buurvrouws schoot neemt, hoe ze haar helpt opstaan en achter haar rollator zet en hoe ze de rolstoel opvouwt en in het berghok plaatst. "Kan ik verder nog iets voor u doen, mevrouw?" De buurvrouw schudt haar hoofd.

Als de verzorgster naar buiten komt, kan ik het niet laten. "Wie is er verantwoordelijk voor dat mijn buurvrouw in haar huis terechtkomt?" vraag ik haar.
"Wij, maar er was denk ik even iets misgegaan in de communicatie."

Mijn buurvrouw nodigt mij uit om binnen te komen. Het is de eerste keer. Ze laat me zien wat ze die dag heeft gemaakt op de opvang: het begin van een tafelkleed. Dan begint ze te vertellen. Over haar zoon die een mooie broek had gekregen voor haar bruiloft, die niet doorging. De pater had haar verboden naar de kerk van haar aanstaande te gaan. "Ben je ook R.K.?" vraagt ze. Ik schud mijn hoofd.

Ze vertelt verder. Over de kippen in Suriname, waaraan ze haar etensrestjes altijd voerde. En dat ze maar niet kan wennen aan voedsel dat de dag ervoor is bereid. We vallen even stil. "Spreek je Surinaams?" vraagt ze dan. Ik schud mijn hoofd. "En je man?"
"Ook niet, maar misschien kunt u het ons leren."

Drie dagen later gaat de bel. Voor de deur staat de buurvrouw in haar rolstoel. Achter haar staat een jonge knul. Ik herken hem van de foto's op haar salontafel. "Ik ben gekomen om je te bedanken."

4 antwoorden op “Goede buur”

  1. Mooi :-)

    Ik heb dat gevoel ook… We weten hoe het is om vast te zitten in een manuele stoel, wachtend…

    Nu ik mobiel ben, herken ik dat snel in anderen en gebruik ik mijn mobiliteit om te helpen: elektrische rolstoel en mijn stem, meer waard dan spierkracht met oogkleppen op.

Laat een antwoord achter aan Daphné Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *