Geen beloning

Vier uur ’s middags. De bel gaat en Melle praat door de intercom. "Wacht, ik kom eraan." Dan kijkt hij naar mij. "Loop je even mee? Het gaat over Boris." Ik veer op. Eindelijk!

Als we in de hal komen, zien we drie kinderen staan, twee meisjes van een jaar of zes en, aan de hand van een van hen, een veel jonger jongetje. "Hij ligt in de sloot, hij is bevroren." De meisjes vertellen hoe ze Boris hebben gevonden: "Mijn grote broer zag hem eerst," zegt de ene. "We gaan altijd zoeken als we een briefje zien," vervolgt de ander.

In haar hand zie ik het papier met een zwart-witfoto van Boris. Heb je mij gezien? staat boven de foto. En onderaan: Wij missen hem heel erg, dus we hopen dat je ons belt als je denkt Boris te hebben gezien. Wel vijftien van deze vellen papier heb ik de afgelopen week opgehangen, in de hoop dat iemand hem zou vinden.

Melle en ik lopen mee naar buiten. "We hoeven geen beloning," zegt een van de meisjes. "Daar doen we het niet voor; we zijn altijd blij als we weer een kat vinden." We hebben hier te maken met een serieus opsporingsteam.

De eerste straat gaan we links. We komen nog veel meer kinderen tegen, die allemaal hetzelfde te horen krijgen: "Wij hebben hun kat gevonden. Dood. Hij ligt in de sloot." De kinderen sluiten zich aan, tot we bij een zandhelling aankomen. Onderaan loopt een sloot. "Daar ligt ‘ie." Ze wijzen naar beneden. "Hij heeft een roze bandje." Boris, onze homokat.

Dan gaan ze naar beneden, de hele meute kinderen, gevolgd door Melle. Hij komt als eerste terug en houdt een zwart hoopje kat in de lucht alsof hij een buit heeft gevangen.  Het wit in Boris’ gezicht is bruin geworden door het slootwater en zijn ogen staan dof, maar het is hem, onmiskenbaar. Dood.

Ik probeer me in te houden, maar begin te huilen. Te midden van wel acht kinderen. Het meisje dat geen beloning wilde, slaat haar arm om mijn schouder en zegt zacht: "Dat doet pijn hè? Ik weet hoe je je voelt." Ze vertelt over de kat op haar ouders’ boerderij in Marokko, die aangereden is. Ook het andere meisje weet hoe het voelt, want zij heeft wel drie goudvissen verloren en in de tuin begraven.

We lopen naar huis, in een stoet. Voorop Melle met Boris in zijn armen, de twee meisjes en ik er vlak achteraan. Daarachter kinderen op rolschaatsen, kinderen met fietsen en kinderen te voet. Bij de deur van de flat nemen we afscheid. "Wat gaan jullie nu met hem doen?" vraagt het meisje van de goudvissen zich af.
"We zullen hem begraven," beloof ik haar, "op een mooie plek in het bos."

9 antwoorden op “Geen beloning”

  1. ahhhhh… is die lieverd dood… wat een naar bericht! En wat lief van die kids en wat een optocht… zwaar…
    Heeel veel sterkte met jullie verlies.. what can I say..

  2. He, wat rot voor jullie zeg!
    Maar wat mooi dat je dit stukje zo prachtig over hem schrjft.
    Veel liefs!
    Esther.

  3. He, wat naar… Heel veel sterkte !
    Wel een ontroerend stukje, lieve buurtkinderen heb je eigenlijk

    Kus, José

  4. Een einde aan de onzekerheid of Boris wel of niet nog zou leven. Maar Zeker ook met trieste afloop.
    Hoop dat jullie het gauw een plekje kunnen geven.
    Veel sterkte met het verlies van de kat Boris…

    Groetjes

  5. Elke dag kijk is trouw of je wat geschreven heb. En al dagen geen nieuws meer. Ik mis je nuchtere visie en treffende woorden. Hopelijk snel een nieuwe post.

    miss. ongeduld.

Laat een antwoord achter aan Laura Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *