Een dag niet geliket…

Ik ben op vakantie in een Drents bos. Wifi is er niet en zonder wifi gebruik ik geen internet op mijn telefoon. In principe. Tóch even checken of ik nog reacties heb. Ik klik het rode bolletje aan en voel teleurstelling opkomen als slechte wijn: iemand heeft een bericht geplaatst in de groep ‘Lift gevraagd >< Lift aangeboden’ en een vage kennis is vandaag jarig. Geen reden voor innerlijk gejuich. Wat wil je dán, vraag ik mezelf af: je bent in het bos, omringd door échte vogels en échte bomen. Échte mensen om je heen. Dat is zo, zegt een ander stemmetje, maar wat mis je wel niet allemaal zonder internet?!

Laatst woonde ik een les bij achterin de klas, bij een collega. Hij had de eer 5-gymleerlingen iets te vertellen over Nescio. Zij kregen de opdracht Titaantjes te openen op hun laptops. Deze werden opengeklapt en bij de meeste leerlingen verscheen inderdaad binnen acceptabele tijd de ellenlange lap tekst op het scherm. Mijn collega wilde deze laten voorlezen en klassikaal behandelen.

Toen Lieves leesbeurt erop zat, opende ze Facebook. Ze nam niet eens de moeite af en toe naar Titaantjes terug te keren en klikte in plaats daarvan op alle geneugten die Facebook haar aanbood. De vriendschapsverzoeken bekeek ze met de gretigheid van een hormonale puber – oja, dat was ze ook – en nieuwe webshops werden volledig uitgecheckt. Naarmate meer leerlingen hun leesbeurt hadden gehad, plopten er steeds meer Messenger-berichten op. Mijn collega had niets in de gaten. Moest ik hem waarschuwen? Dit kón toch niet?!

Waar had ik onlangs ook alweer gelezen dat… oja, op Facebook. Een middelbareschoolklas ging de uitdaging aan om een week lang mobielloos door het leven te gaan. Nou ja, tijdens schooltijd dan, want langer dan acht uur per dag afgesneden zijn van de digitale wereld, daartegen zou Amnesty haast in actie komen. Het experiment was geslaagd: van de hele klas was maar één leerling afgehaakt. Anderen hadden hun bevindingen bijgehouden – gewoon lekker ouderwets: met pen en papier. De eerste dagen was hun hand elke twintig minuten als een reflex naar hun broekzak gegaan. Tevergeefs. Wat er allemaal in zo’n puberbroekzak zit, ik wil het niet weten, maar de telefoons lagen veilig allemaal bij de meester in de la. Behalve het geleidelijk afnemen van de reflex, leverde het experiment de leerlingen meer contact op. Echt contact. Met echte vrienden.

Ikzelf haal die twintig minuten vaak niet. Stap ik in de auto, dan check ik nog snel even WhatsApp, Messenger en mailbox 1, 2 en 3. Zet ik een kop thee, dan gaat het wachten op heet water vergezeld met een like, comment of snel bericht aan een vriend. Bij de volgende kop thee kijk ik of er al antwoord is. Wie mij een beetje kent, weet dat het aantal kopjes thee kan oplopen tot twintig per dag. Mijn vinger glijdt koortsachtig over het scherm, als een junk onder een brug die op zoek is naar spul. Pas als er een rood bolletje oplicht, daalt mijn hartslag.

Om mijzelf in bescherming te nemen, heb ik geen abonnement op mijn smartphone, maar maak ik mijzelf afhankelijk van wifi. Thuis, op mijn werk en, als ik geluk heb, in sommige cafés of winkels. Niet in de Drentse bossen. Maar één keer per dag sta ik het mezelf toe: ik klik op ‘Mobiele gegevens’ en check de rode bolletjes. Een dag niet geliket is een dag niet geleefd.

Eén antwoord op “Een dag niet geliket…”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *