Op de thee

Ze kijken nieuwsgierig als ik de tram binnenrijd en mijn rolstoel omhoog zet om af te stempelen: een vrouw met een stijlvolle, groene hoofddoek en haar twee kids. Het meisje moet een jaar of acht zijn. Ze heeft een gouden knopje in haar neus. Haar kleren zijn typisch voor meisjes van een jaar of acht: roze-rode gymschoenen, een maillot, een korte rok van ribstof en daarboven een niet al te besmettelijke, donkerblauwe jas. Het meest opvallend aan haar is haar Unox-muts, die scheef op haar hoofd staat.

Het jongetje is iets jonger, hooguit zes jaar. Hij kan zijn nieuwsgierigheid nauwelijks bedwingen en bekijkt nog eens goed hoe ik mijn stoel weer laat zakken.

Het is maar goed dat ik heb afgestempeld, want een halte verderop stappen tien controleurs de tram binnen. De vrouw met de hoofddoek pakt drie abonnementen uit haar tas en laat die zien. De controleur loopt verder en ja hoor: raak. Een man heeft geen vier strippen afgestempeld, maar drie. Hij moet met de controleurs mee naar buiten en de tram rijdt verder.

Opgewonden kijkt het jongetje om, waar de man wordt omringd door de tien grote mannen in uniform.
“Heeft hij niet gestempeld?” Sensatie klinkt door in zijn stem.
“Jawel,” zeg ik, “maar niet genoeg. Hij moest vier strippen, maar had er maar drie.”

De jongen begint te glunderen: “Wíj hebben een abonnement!”. Nu mengt ook zijn zus zich in het gesprek: ze vertelt dat hun school het abonnement betaalt, omdat ze altijd met de tram moeten. Ik vraag haar op welke school ze zitten, en zij noemt een naam die ik nog nooit heb gehoord.

Dan gebeurt er iets verschrikkelijk schattigs. Het jongetje roept vol trots: “Mijn moeder gaat ook naar school,” en hij wijst naar buiten: “dáár!”. Hoewel de vrouw zich tot nu toe een beetje afzijdig heeft gehouden van het gesprek, vraag ik haar of ze Nederlands leert. Ze durft te praten, bedachtzaam, en vertelt dat ze inderdaad Nederlands leert, op het ROC.

“Maar wij komen niet uit Marokko, hoor,” onderbreekt het meisje haar moeder vlug. Zij trekt haar Unox-muts recht en ik vraag waar ze dan wel vandaan komen. Met zijn drieën leggen ze uit dat ze uit Afghanistan zijn gevlucht, omdat daar oorlog heerst. Ze zijn nu twee jaar hier.

Ik zou ze het liefst uitnodigen op de thee, want ik vind ze aardig. Maar helaas: we komen aan bij hun bestemming en ze stappen uit. Als de tram verder rijdt, draaien ze zich alledrie om en zwaaien ze me uit. Mocht ik ze ooit weer tegenkomen, die vrouw met haar trotse kinderen, dan bedenk ik me geen tweede keer.

3 antwoorden op “Op de thee”

  1. He Hann!
    Jij schrijft echt leuk!
    Ik ga je web-log echt volgen.. Ben zelf ook weer aan het schrijven geslagen op me web-log..
    xx en tot morgen lau

Laat een antwoord achter aan Laura Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *