Een bombastische entree

Als ik ’s ochtends de auto uit rijd, voel ik het al: mijn rechtervoorband is lek. Eerst een werkplek zoeken, dan bel ik daarna Welzorg wel. Hobbelend kom ik binnen. De receptioniste, vriendelijk als altijd, wenst me een goede morgen, maar kan haar verbazing niet verbergen. “Wat is er met u aan de hand?” vraagt ze. Ik antwoord dat ik een lekke band heb. Dat had ze al gezien.

Met mijn chauffeur ‘loop’ ik naar mijn werkplek. Dat doen we dagelijks; hij helpt me met het klaarzetten van mijn spullen. Als dat is gebeurd, bel ik Welzorg. Het is 8.50 uur. “De planning is nog in vergadering,” weet de telefoniste mij te vertellen, “maar ik zorg dat u snel wordt teruggebeld.“ Mijn werkdag begint.

Over een half uur word ik geïnterviewd over het Achmea-beleid rondom werknemers met een arbeidsbeperking. Daar kan ik best iets over vertellen, ook al is het pas mijn derde week als Coördinator Instroom Doelgroepen. Ter voorbereiding voor het gesprek moet ik nog even iets uitprinten. Naar de printer rijden blijkt helaas te veel gevraagd; mijn band hangt inmiddels los om de velg en ik kom met moeite (en met veel geluidsvertoon) nog net een meter vooruit. Collega’s kijken op, deuren van kantoortjes gaan dicht. Er zit niets anders op: ik moet een collega vragen om mijn document uit de printer te halen. En een kop thee, want van lekke banden krijg ik dorst.

Afhankelijkheid is niet mijn sterkste punt.

“Ik vind het zo leuk dat jij óók koffie en thee haalt voor de afdeling,” zei een van mijn collega’s laatst tegen me. Persoonlijk vind ik dat niet meer dan logisch. Bovendien wil ik geen imago krijgen van iemand die altijd maar hulp nodig heeft. Deze lekke band komt dus behoorlijk ongelegen.

Uren later komt de bandenplakker, als ik net midden in een gesprek met een potentiële zakenpartner zit. De rechterkant van mijn stoel krikt hij op, zodat ik het gesprek scheefhangend voortzet. Erg professioneel komt de situatie niet over, maar wat moet gebeuren, gebeurt. Tien minuten later rijd ik weer vrolijk rond op de Holding.

Voordeel van een lekke band is dat iedereen je gelijk kent; ik heb een bombastische entree gemaakt. Als ik een week later weer in Zeist ben, loop ik in de koffiecorner een collega tegen het lijf. Voor zover ik mij kan herinneren, hebben wij elkaar nooit eerder gesproken. “Zo, je rijdt weer?” vraagt hij. “Ja,” zeg ik. “Kan ik voor jou ook een kop koffie inschenken?”

Deze tekst is op 10 maart als column gepubliceerd in de HR Nieuwsflits van Achmea.

Eén antwoord op “Een bombastische entree”

  1. Heej Hann,
    Weet je nog met carnaval in 19honderdnogwat? Jij met schmink prikkend in je ogen, rondjes rijdend met iets te veel alcohol op (twee hele biertjes) en als klap op de vuurpijl ook nog een lekke band? Feest was het ;)!
    Liefs.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *